Deze week vervolgen we onze reis door Brabant naar het processiepark van Handel.

 Onze Lieve Vrouw van Handel

Oorspronkelijk was de verering voor Onze Lieve Vrouw van Handel uitsluitend een aangelegenheid van de bewoners van de heerlijkheid Gemert, wier beschermvrouwe zij was. Aan het einde van de 17e eeuw groeide de heilige plaats in korte tijd uit tot een interregionaal bedevaartoord voor katholieke inwoners van de Nederlandse Republiek, die in hoofdzaak kwamen uit de aangrenzende Meierij van Den Bosch. Omstreeks 1800 raakte de verering in verval door de concurrentie van de nabije bedevaartplaats Kevelaer (D) en de gevolgen van de Franse Revolutie. Handel wist zich echter op wat bescheidener schaal te handhaven als regionaal bedevaartoord en is dat gebleven tot op de dag van vandaag.

Voor de eerste beschrijving van de bedevaartsplaats in Handel moeten we terug naar 1368.
De kapel die gebouwd is en sinds 1946 fungeert als parochiekerk van Handel geeft in de loop van de geschiedenis vele veranderingen ondergaan. De voornaamste veranderingen vonden plaats in 18e eeuw en rond 1900. Er werd een koor aangebouwd en het middenschip werd vernieuwd. Nadat de kapel als parochiekerk ging dienen is het Mariabeeld verplaatst naar de zijbeuk, die nu gebruikt wordt als Mariakapel.

Tussen 1600 en 1900 zijn er nog wat elementen bijgekomen: de meidoorn waarin het Mariabeeld zou zijn aangetroffen (deze is geveld in 1920), de heilige bron (ook wel heilig putje genoemd).

Omstreeks 1900 is er een groot processiepark aangelegd achter de kapel. Naaste enkele losse sculpturen kent het park twee statiereeksen: de vijftien geheimen van de rozenkrans en de kruisweg. Ook de heilige bron is in het processiepark opgenomen.

Uit verschillende overleveringen is in de 19e eeuw het volgende oorsprongsverhaal geschapen: een schaapherder vond lang geleden een Mariabeeld in een meidoorn, op enige afstand van Gemert. Toen Gemertenaren begonnen met de bouw van een kapel op de vindplaats, renden de ossen die het bouwmateriaal trokken, hieraan voorbij, waarna men besloot de kapel op de plek te bouwen waar de ossen waren gestopt. Op deze woeste plek vormde gebrek aan water een belemmering voor de voortgang van de bouw. Op een dag zagen de bouwvakkers echter O.L. Vrouw die naast de bouwplaats de kleren van Jezus aan het wassen was; zij had een bron op de heilige plaats laten ontstaan.

Waarschijnlijk bleef de verering voor O.L. Vrouw van Handel voor de kerkelijke goedkeuring beperkt tot de heerlijkheid Gemert, waarvan Handel deel uitmaakte. Tenminste sinds 1585 werd op tweede Paasdag bij de kapel te Handel een ommegang met het Mariabeeldje gehouden, terwijl op tweede Pinksterdag de Gemertse dorpsgemeenschap het beeldje in processie kwam ophalen om het naar de parochiekerk te brengen. Daar bleef het staan tot op de derde dag na de overbrenging. Met deze rituelen smeekten de bewoners van de heerlijkheid een goede oogst af.

In 1627 erkende bisschop Ophovius van Den Bosch de cultusplaats te Handel, nadat een diocesane commissie de wonderbaarlijke aard had vastgesteld van een drietal genezingen te Handel.

Hierdoor kwamen vele bedevaartgangers naar Handel. In de 17e eeuw waren er op hoogtijdagen meer dan 25 priesters aan het werk om pastorale zorg te bieden.

In de tweede helft van de 19e eeuw ving een nieuwe bloeitijd aan voor de bedevaartplaats Handel. Sinds 1851, toen in Handel een kapucijnenklooster werd gesticht, werd de bedevaart mede door de kapucijnen bevorderd en assisteerden zij de rector bij de zielzorg. De verering voor O.L. Vrouw van Handel lijkt echter pas tijdens het laatste kwart van de 19e eeuw actief te zijn gepropageerd.

In 1946 werd de kapel van O.L. Vrouw van Handel onder rector J.C.M. Castelijns tot parochiekerk verheven. Deze gebeurtenis had tot gevolg dat de verering voor O.L. Vrouw van Handel naar een zijbeuk werd verplaatst, die tijdens de eerste helft van de jaren vijftig uitvoerig werd gedecoreerd met verbeeldingen uit de mariologie en het verleden van O.L. Vrouw van Handel.

Midden jaren zestig zette, tegelijk met de versobering van kerk en liturgie, onder de nieuwe pastoor M. Vogels een neergang van de bedevaart in.

Deze was echter van korte duur: verschenen in 1966 7100 pelgrims in georganiseerd verband, in 1970 waren het er 8740. In 1981 kwamen gedurende de meimaand circa 25.000 bedevaartgangers naar Handel.

Ook vandaag de dag brengen duizenden mensen een bezoek aan Handel. De bekendste Bedevaart naar Handel is die vanuit Valkenswaard. Elk jaar lopen meer dan duizend mensen uit Valkenswaard naar Handel.